Wegopbrekingen en Diefstallen van alle tijden, ook in 1912.

Het NIEUWSBLAD VOOR NEDERLAND VAN DINSDAG 9 JULI 1912.
Verbreeding-Vijzelstraat te Amsterdam

Nu de Burgemeester van zijn verlof is teruggekeerd

Men zal zich herinneren, dat door den gemeenteraad is besloten het eerste gedeelte van de Vijzelstraat, tussen Singel en Heerengracht, aanzienlijk te verbreden, door onteigening van de huizen aan de evenzijde der straat. Thans verneemt De Fakkel (officieus weekblad 1912-1918), dat binnenkort de onteigening van de geheele overige Vijzelstraat (even nummers) aanhangig gemaakt zal worden, teneinde de gehele straat zoo spoedig mogelijk op 22 meter breedte te kunnen brengen.
Het toenemend verkeer, het leggen van een tweede tramlijn (lijn 16) door de Vijzelstraat en de dringend noodzakelijke ontlasting van de Leidsestraat zijn factoren, die de onteigening der geheel Vijzelstraat spoediger ter hand hebben doen nemen, dan aanvankelijk ten stadhuize in het voornemen lag.

Meer dan 40 percelen zullen in de onteigening begrepen zijn, omdat ter verkrijging van den noodigen bouwgrond aan den nieuwen, verbreeden verkeersweg, ook enkele percelen om de hoeken in de onteigening begrepen zullen worden. In aansluiting hiermede vernemen wij dat deze zaak voor een drietal weken ter sprake is geweest in de commissie van bijstand voor publieke werken. Algemeen was men van meening, dat de verbeteringen het tweede gedeelte van de Vijzelstraat binnenkort zal moeten geschieden, waarom werd aangedrongen op uitvoering van het te dezer zake door den directeur van publieke werken opgemaakt plan.

Nu de burgemeester van zijn verlof is teruggekeerd, zal deze quaestie spoedig in de vergadering ter sprake komen.

– o –
en verder.. Inbraak bij de Hr. J.L. Krom, “fabrikant der Kabouter nacht-, en theelichtjes”

Het NIEUWSBLAD VOOR NEDERLAND VAN DINSDAG 9 JULI 1912.

INBRAAK
“Politie meent, dat men met mannen “van het vak” te doen heeft”.

Toen zondagmiddag omstreeks 2 uur de heer Swaan, chef der Kon. Ned. Glasfabriek Bouvy, gevestigd Keizersgracht 403, zijn kantoor binnentrad om de post na te zien, bemerkte hij, dat ongenoode gasten bezoek aan zijn kantoor hadden gebracht. De rolschuif van zijn lessenaar was met een beitel finaal uitgebroken en de papieren, welke het bureau bevatte, waren naar een aangrenzend vertrek gebracht en op den grond gedeponeerd. De inbrekers hebben hier blijkbaar naar geld gespeurd, want naast de papieren op den vloer waren sporen van eenige afgebrande kaarsen, uit het magazijn meegenomen, te bemerken.
Ook een andere lessenaar was deerlijk gehavend. Door het uitsteken van enige deurtjes hadden de heeren beslag gelegd op de kleine kas, bedragende ongeveer fl. 20,–., terwijl uit het bureau der boekhoudster voor een bedrag van fl. 10,–. aan postzegels was ontvreemd.

Tevergeefs is echter getracht de brandkast te forceren. De kruk was finaal afgebroken en eenigen krassen op de verf der deur bewezen, dat men zijn best had gedaan om haar te forceren. Evenwel is de deur niet bezweken en op ’t ogenblik kan zij nog niet geopend worden. De dieven zijn, na nog een twaalftal diamantsnijders te hebben meegenomen, dezelfden weg teruggegaan als zij gekomen waren. De heer Swaan belde terstond de politie op, die een onderzoek instelde, waarin vrijwel als vaststaand werd aangenomen, dat de bezoekers door de achterdeur binnengedrongen waren. Ook bij de achterdeur waren sporen van kaarsvet te vinden, echter van een ander soort kaarsen dan die in de magazijnen der fabriek gebruikt worden.

Om 7 uur kwam de heer Krom, fabrikant der “Kabouter nacht-, en theelichtjes” die zijn kantoor in het naburige perceel Keizersgracht 405 gevestigd heeft, de politie waarschuwen, dat ook bij hem sporen van inbraak te vinden waren. Ook hij was gekomen om te zien of er brieven bezorgd waren en bemerkte dat een ruit van een privékantoor uitgelicht was en nu netjes naast de kantoordeur op den grond stond.

Hier was echter niets ontvreemd en de politie denkt dan ook, dat men door de voordeur van den heer Krom is binnengedrongen en zoo over de binnenplaats het glasmagazijn bereikt heeft. Het kaarsvet in de glasfabriek gevonden, bleek afkomstig te zijn van eenige Kabouter nachtpitjes. De afgebrande lucifers, die overal verspreid lagen, zijn van een klein model en afkomstig uit een reclame lucifersdoosje, zoals men wel in sommige sigarenwinkels bij inkoopen toekrijgt. De politie meent, dat men hier met een paar oude bekende mannen “van het vak” te doen heeft.

– o –